dinsdag 2 maart 2010

nog steeds dinsdag 2 maart 2010

Twee straten van mijn huis vandaan staat een boerderijtje, nog daterend uit de tijd dat de complete wijk waar ik woon platteland was. De boerderij heeft een bespottelijk klein stukje groen over, waar al zo'n anderhalf jaar twee grote schapen staan, door mij liefkozend 'dikkopschapen' genoemd. Deze benaming slaat op de grote wollige hoofden en mini-lijven, die in de winter overigens net zo dik zijn als de hoofden als je de wol er weer aan denkt. Omdat de schapen op de route naar school staan, zwaai ik elke dag naar ze, waarop ze me herkauwend aankijken, alsof ze me herkennen. Maar sinds vier dagen geleden staan er geen schapen meer, er is alleen een stukje afgekauwd groen gras over van waar ooit mijn twee grote vrienden woonden. Bang dat de bewoners de schapen de avond ervoor hadden opgegeten, ging ik naar de 'boer' (hij is een zakenman, maar als je in een boerderij woont, ben je toch een soort van boer) om te vragen waar de schapen gebleven waren. 'Vergiftigd.' Pardon? Voor de zekerheid vraag ik nog even of hij met vergiftigd dood bedoelt. 'Jep, morsdood.' Euh? 'Er stond een giftige plant in de tuin, en daar hebben ze van gegeten. Nu zijn ze dood.' Degene die begrijpt waarom je een giftige plant in een tuin met schapen zet mag nu roepen, maar ik begrijp het niet. Naar wie moet ik nu dagelijks zwaaien? Wie kan ik ooit nog dikkopschaap noemen? In respect voor de schaapjes draag ik dit bericht aan ze op. Rust in vrede schaapjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten